24 juni 2020

Te veel zonne-energie, bestaat dat?

Hoe meer zonne-energie, hoe beter zou je denken. Maar een overproductie aan zonne-energie is niet in alle gevallen gunstig.

Het voorjaar van 2020 gaat de boeken in als de zonnigste lente ooit. Sinds het begin van de KNMI-metingen in 1901 was het nog nooit zo zonnig geweest. Dat heeft, samen met het toenemende aantal zonnepanelen in Nederland, geleid tot een flinke productie van zonne-energie. Afgelopen mei werd er zelfs bijna twee keer zoveel zonne-energie opgewekt als een jaar eerder. Goed nieuws zou je denken. Maar is dat eigenlijk wel zo? In dit blog leggen we uit waarom een overproductie aan zonne-energie niet altijd zo gunstig blijkt te zijn. 

Opwek zonne-energie in Nederland. Bron: energieopwek.nl

Beste temperatuur voor zonnepanelen

Met een nieuw record aan zonuren speelde de lentezon een grote rol in de opwek van duurzame energie. In mei was deze met 13 procent zelfs de belangrijkste groene stroomproducent! Dit hebben we niet enkel te danken aan alle zonneschijn. Ook de temperatuur is een belangrijke factor. Dankzij de vele zonuren was afgelopen lente aangenaam warm, maar echte hitte bleef door de noordelijke en oostelijke wind uit. En hoewel je het misschien niet zou denken, kunnen zonnepanelen bij een lagere temperatuur de elektriciteit beter geleiden. 

De gemiddelde zonne-energie die een paneel kan opleveren, wordt over het algemeen berekend bij een temperatuur van 25 graden Celsius. Het gaat daarbij om de temperatuur van het paneel zelf, niet om de omgevingstemperatuur. Voor elke graad boven de 25 leveren zonnepanelen volgens berekeningen zo’n 0,5% van de opbrengst in. Op een hele warme zomerdag - waarbij de temperatuur van een zonnepaneel kan oplopen tot wel 65 graden Celsius - leveren ze dus zo’n 20% van de opbrengst in. In de lente liggen de temperaturen vaak wat lager, waardoor de panelen optimaal hun werk kunnen doen.

Opbrengst zonnepanelen per maand. Bron: MilieuCentraal en Siderea

Overproductie zonne-energie

Afgelopen lente kende dus optimale omstandigheden om heel wat zonne-energie te produceren. Misschien zelfs wel té veel. Want hoewel we de opwek van zonne-energie alleen maar kunnen toejuichen, moet het energienet wel in balans blijven. Dat betekent dat vraag en aanbod continu op elkaar worden afgestemd. Omdat energie op dit moment nog niet in grote getale kan worden opgeslagen, moet worden voorkomen dat er te veel energie wordt opgewekt. Bij een structureel overschot aan (duurzame) energie, zal namelijk een deel daarvan verloren gaan. En dat is wel het laatste wat we willen!

Bij gas- en kolencentrales kan de productie makkelijk worden gereguleerd door ze wat minder hard te laten draaien, maar bij zonne-energie wordt dit lastiger. Hierdoor kenden veel producenten van zonne-energie afgelopen lente een overproductie. In combinatie met het lage energieverbruik als gevolg van het coronavirus, leverde dit meer energie op dan nodig. Het resultaat: negatieve stroomprijzen op de handelsmarkt. Daarmee komt het verdienmodel van producenten van zonne-energie in gevaar. Waar zij moeten betalen voor hun overproductie, levert het grote stroomverbruikers (zoals raffinaderijen, chemische fabrieken en land- en tuinbouwbedrijven) juist geld op. In de toekomst kan dat zonne-producenten weerhouden om verder te investeren in zonne-energie, en dat is juist niet de bedoeling!

Denken in oplossingen

Dat het verkleinen van het aantal zonnepanelen een slecht idee is, zijn we het allemaal wel over eens. Daarom moeten we kijken naar wat we wél kunnen doen om overproductie tegen te gaan. Een oplossing is het grootschalig opslaan van opgewekte energie.

Volgens Wilfried van Sark, hoogleraar Integratie van zonne-energie, zijn batterijen een mogelijke oplossing. “Deze zijn nu nog te duur, maar dat waren zonnepanelen tien jaar geleden ook. Omdat de productie toeneemt en de technologie verder ontwikkelt, verwacht ik dat de prijs ook naar beneden gaat.” Edwin Edelenbos, manager strategie van Netbeheer Nederland, ziet batterijen vooral als een tijdelijke energieopslag. “Batterijen worden steeds goedkoper en de opkomst van elektrisch vervoer biedt veel kansen op flexibiliteit. Dat neemt niet weg dat batterijopslag vooral geschikt is voor de korte termijn. We hebben ook lange termijn-flexibiliteit nodig, bijvoorbeeld om de seizoenen te overbruggen.” Voor een langetermijnoplossing kijkt Edwin vooral naar een mix van verschillende energiebronnen. “Er is veel belangstelling voor waterstof. Duurzame waterstof kun je produceren met wind en zon en goed opslaan voor langere perioden. Voorheen waren dat gescheiden gebieden, maar nu komen ze steeds dichter bij elkaar. Het samenspel van verschillende vormen van energie zorgt voor een optimaal resultaat.”

Beide technieken zijn echter nog volop in ontwikkeling. Willen we op korte termijn zorgen dat er geen overproductie van zonne-energie ontstaat, moeten we sneller met een oplossing komen. En die is misschien veel voor de hand liggender dan gedacht: massaal overstappen op écht groene stroom. Dan hebben we grijze stroom, vergroend met certificaten uit het buitenland, niet meer nodig. Want laten we niet vergeten dat ook op dat gebied nog veel te winnen valt. 

Ook overstappen op goeie energie? Bekijk hier onze energiebronnen.

Geschreven door Margo van Gils

Margo is brand marketeer bij Vandebron en enthousiasmeert anderen graag over de energietransitie.

Deel dit artikel
Tags
ActueelGoeie energieGroenDoenKlimaatZonne-energieTech