16 november 2018

Kernenergie: redder in nood of wolf in schaapskleren?

Het debat rond kernenergie is terug van weggeweest. Satirekoning Arjen Lubach ziet kernenergie als dé manier om de klimaatdoelen te halen. En wij? Daar kunnen we kort over zijn: wij niet.

Nederland kan er niet langer omheen: de energietransitie is in gang gezet. We moeten van het gas af en aan de elektrische auto, er worden aan de lopende band windmolens gebouwd, is het niet ter land dan wel ter zee en er is dit jaar al een recordaantal zonnepanelen geïnstalleerd. In 2030 moet onze CO2-uitstoot gehalveerd zijn, en daar moeten we met zijn allen hard aan en voor werken.

De transitie zorgt vanzelfsprekend voor aardig wat vragen en discussie. Is er wel genoeg plek voor al die windmolens? Is elektrisch rijden wel duurzaam? Kom ik straks zonder stroom te zitten als het niet waait?

De stand van onze klimaatdoelen

Tot nu toe zien de cijfers er niet rooskleurig uit: Nederland bungelt onderaan de lijst als het gaat om het behalen van de Europese klimaatdoelen, en ook wat betreft onze eigen klimaatdoelen liggen we achter op schema. In de zoektocht naar een goede oplossing stak een paar weken geleden een oude bekende in het energiedebat zijn hoofd na lange tijd weer om de hoek: kernenergie.

Kernenergie telt vanwege de gevaren die het met zich meebrengt vele tegenstanders, maar is de opwek van kernenergie niet ook nagenoeg CO2-vrij? En zouden we dus niet moeten inzetten op kernenergie om onze klimaatdoelen te behalen?

Na een decennialange stilte laaide het debat rond kernenergie weer op. De tegenstanders verafschuwen kernreactoren, grotendeels vanwege de eerder genoemde risico's, voorstanders zien kernenergie juist als de oplossing naar een duurzamer energienet. Het geluid van de tegenstanders voerde lange tijd de boventoon, maar nu lijken de voorstanders steeds meer terrein te winnen. Interessant is dat aanhangers van beide kampen vaak dezelfde strijd voeren: die tegen klimaatverandering.

Ook bij Vandebron laaide de discussie op. Want waar staan wij als duurzame energieleverancier in dit debat, en wat maken wij van de voors en tegens?

Kernenergie in Europa

Laten we beginnen met wat achtergrondinformatie. Momenteel zijn er wereldwijd 452 kernreactoren operationeel, waarvan 185 in Europa. Per land verschilt de inzet op kernenergie enorm. Zo heeft Frankrijk maar liefst 58 kerncentrales draaien, terwijl Duitsland en Nederland er respectievelijk slechts acht en één hebben. En waar sommige landen nog nieuwe kerncentrales bij bouwen, worden ze elders juist gesloten. In Nederland is het aandeel kernenergie al jaren stabiel: minder dan 2% van ons totale energieverbruik is afkomstig van kernenergie.

Het begin van het kerntijdperk

Het kerntijdperk begon zestig jaar geleden in de Verenigde Staten. In 1942 slaagden wetenschappers in Chicago erin de eerste stabiele nucleaire kettingreactie op gang te brengen. Het waren echter niet de Amerikanen die voor het eerst kernenergie aan het elektriciteitsnet leverden, maar de Russen, en wel in 1954. Twee jaar later openden de Engelsen de eerste commerciële kerncentrale.

Daarna ging het snel. In de jaren zestig overheersten zeer optimistische verwachtingen van kernenergie, en groeide de nucleaire capaciteit wereldwijd in rap tempo. Zo ook in Nederland, waar in 1969 de eerste kerncentrale werd geopend en direct met de bouw van een tweede direct werd gestart. Maar angst voor ongelukken en radioactief afval deden de kritiek toenemen. Het protest nam een vlucht na de kernramp van Tsjernobyl in 1986, die het imago van kernenergie voorgoed beschadigde. Althans, zo leek het.

Arjen Lubach

Steeds meer mensen zien kernenergie als de langverwachte oplossing voor ons energieprobleem, met presentator en cabaretier Arjen Lubach als meest recente pleitbezorger. Hij wijdde er op 4 november zelfs een aflevering van zijn satirische programma Zondag met Lubach aan. Kernenergie zou dé oplossing zijn om ons klimaatdoel - 50% minder uitstoot in 2030 - te halen: het opwekken van kernenergie stoot weinig tot geen CO2 uit en is bovendien minder gevaarlijk dan elke andere vorm van energie-opwek, aldus Lubach. In de dagen erna volgden veel media zijn voorbeeld en standpunt: doorbreek het taboe van kernenergie en laat het ons helpen het klimaat te redden. Maar als het aan minister Wiebes ligt - en dat ligt het - gaat Nederland niet inzetten op kernenergie. En als het aan Vandebron ligt, ook niet.

Hieronder bespreken we punt voor punt onze visie op de belangrijkste argumenten voor kernenergie, en leggen we uit waarom we kernenergie alsnog niet als juiste oplossing zien.

1. Kernenergie stoot weinig tot geen CO2 uit

Een van de belangrijkste argument vóór kernenergie: tijdens de opwek van kernenergie komt nauwelijks CO2 vrij. Kernenergie is dus beter voor het milieu, en kan ons helpen de klimaatdoelen te behalen. Toch?

Helaas. Kernenergie, dat wordt opgewekt met het radioactieve metaal uranium, is verre van klimaatneutraal. De reactor van een kerncentrale is het enige onderdeel in de productieketen van kernenergie waarbij geen CO2 vrijkomt - bij alle andere stappen in het proces, en dan moet je denken aan mijnbouw, uraniumverrijking en het bouwen van de centrale, is dat wel het geval. Het klopt dat er bij de productie van een windturbine ook CO2 vrijkomt, deze hoeveelheid is echter laag vergeleken bij de hoeveelheid duurzame energie die een turbine gedurende haar hele levenscyclus produceert.

2. Kernenergie is de beste optie als de zon niet schijnt en de wind niet waait

Wind en zon zijn wispelturig. Het zijn immers geen constante energiebronnen die je naar behoefte aan en uit kunt zetten. Dat er naast duurzame energie ook een ‘achtervang’ nodig is, wordt dan ook zelden betwist. Kernenergie is zeker een constante energiebron. Regen of zon, wind of geen wind: kerncentrales leveren stroom. Dus waarom zou Nederland niet inzetten op kernenergie, zodat het in combinatie met zon en wind kan zorgen voor duurzame energie?

Kernenergie is inderdaad een constante energiebron. Het is echter niet geschikt als regelbaar vermogen: kerncentrales worden vooral ingezet als basislast. De bouw van een kerncentrale vergt namelijk een enorme investering, zo'n zes miljard euro, die het beste terugverdiend kan worden als de centrale dag en nacht draait. Het Nederlandse beleid is gericht op 70% van het elektriciteitsverbruik uit wind en zon in 2030. Door de hoge productie van wind- en zonne-energie zouden de kerncentrales zodoende een groot deel van de tijd stil staan of in deellast draaien. Kernenergie is daarom in Nederland als achtervang voor wind- en zonne-energie om economische redenen niet geschikt.

Dat wil niet zeggen dat er geen achtervang, oftewel flexibiliteit, nodig is. Periodes met weinig wind of zon vereisen een bepaald CO2-vrij regelbaar vermogen. Die flexibiliteit zal waarschijnlijk niet uit één bron komen, maar geleverd moeten worden door een combinatie van bronnen van flexibiliteit. Jasper Vis, voormalig directeur Nederland van energiebedrijf Ørsted, vat deze mogelijkheden mooi samen in zijn persoonlijke blog. Het zal de aankomende jaren neerkomen op gebruik van flexibele gascentrales, het uitbreiden van verbindingen met buurlanden, een verschuiving van vraaggestuurde naar aanbodgestuurde distributie en innovaties in de opslag van duurzame energie. Dat dit een realistisch toekomstbeeld is, beaamt netbeheerder TenneT. In hun jaarlijkse monitor leveringszekerheid was de conclusie dat leveringszekerheid van elektriciteit in Nederland gewaarborgd blijft, óók als het aandeel zonne- en windenergie sterk toeneemt.

3. Kernenergie is goedkoper dan duurzame energie

Michael Shellenberger, milieuactivist en een van de grootste lobbyisten voor kernenergie, brengt het stellig. ‘Ja, kernenergie is duurder dan aardgas, maar goedkoper dan wind- en zonne-energie, waar altijd 100% achtervang nodig is van fossiele brandstoffen. Als je naar de totale kosten van het energiesysteem kijkt - dus inclusief de back-upkosten - is kernenergie goedkoper.’ Heeft Shellenberger gelijk?

Laten we vooropstellen dat de kosten van het opwekken van kernenergie buitengewoon laag zijn als de centrale eenmaal draait. Maar een nieuwe kerncentrale bouwen kost miljarden en de kosten vallen bijna altijd hoger uit dan gepland. De twee nieuwe kerncentrales in Frankrijk en Finland bleken bijvoorbeeld maar liefst drie keer duurder dan voorzien. Die extreem hoge investering is alleen terug te verdienen als de centrale heel veel uren kan draaien, wat niet het geval zal zijn in Nederland. Voor landen die veel duurzame opwek creëren is investering in kernenergie daarom onaantrekkelijk. Daarnaast zijn niet alleen de kosten voor de bouw torenhoog, maar de op den duur onvermijdelijke kosten voor de sloop en het opslaan van nucleair afval ook. Daarom stelde energiedeskundige Wim Turkenberg eerder dat het in de hele wereld niet rendabel is. “Behalve in landen waar de overheid bijspringt, bijvoorbeeld in Engeland. De Britse regering subsidieert kerncentrales daar met miljarden."

Subsidiëring in Nederland, zou dat in het geval van kernenergie dan geen logische oplossing zijn? De overheid subsidieert technieken die dankzij die subsidie op den duur goedkoper worden, zoals bij zonne- en windenergie het geval is. Dankzij overheidssubsidie worden er windmolens en zonnepanelen geplaatst. Er ontstaat ervaring en concurrentie op een ontwikkelde markt, wat de kosten doet dalen. En dat werkt: over een paar jaar is de subsidie voor zonne- en windenergie niet langer nodig. Bij kernenergie ligt dat net even anders: het bouwen van kerncentrales is de afgelopen decennia juist alleen maar duurder geworden. En een steeds duurder wordende energiebron subsidiëren, dat is niet logisch.

4. Kernenergie is helemaal niet zo gevaarlijk als iedereen denkt

Kernenergie zou veel minder slachtoffers maken dan andere vormen van energieopwekking. Arjen Lubach liet in zijn programma een grafiek zien die weergaf hoeveel dodelijke slachtoffers verschillende manieren van energieopwek maken. Op nummer één bruinkool, gevolgd door steenkool, olie, biomassa en gas. Kernenergie bungelde onderaan. Zeggen dat kernenergie ongevaarlijk is, is echter veel te kort door de bocht. Sinds de kernramp in Tsjernobyl in 1986 heeft zich misschien maar één andere kernramp voorgedaan - die van Fukushima in 2011 - maar ondanks het wellicht ‘beperkte’ dodental van beide rampen waren de gevolgen desastreus. Bovendien zit het grote gevaar van kernenergie hem niet in de kans dat er een centrale ontploft, maar in het afval dat wordt geproduceerd. Kernafval is zó gevaarlijk dat het, hou je vast, 240.000 jaar van mens en milieu moet worden afgeschermd. Wij kunnen al op geen mogelijke manier weten hoe de wereld er over 50 of 100 jaar uitziet, laat staan over zo’n lange tijd. Niemand kan garanderen dat toekomstige generaties van het afval afblijven. Het hoeft wederom maar één keer mis te gaan en de gevolgen zijn niet te overzien. ‘Hoe de wereld er in de toekomst zal uitzien, is met geen mogelijkheid te voorspellen’, zo schreef kunstenares Tinkebell in een opiniestuk voor de Volkskrant. ‘Het enige, binnen deze context, wat we wél weten, is dat er dan nog steeds gevaarlijk radioactief afval ligt dat wij vandaag (en morgen en overmorgen) hebben gecreëerd. Hoe verantwoord is dat?’ 

5. Nederland is te klein voor windmolens en zonneparken

“Zelfs als de totale oppervlakte van Nederland zou worden volgebouwd met windmolens en zonnepanelen, zou dat bij lange na niet genoeg zijn om op nationaal niveau in onze behoefte aan elektrische stroom te voorzien. Als we al onze energie willen opwekken met wind, zon en biomassa, is namelijk een oppervlakte nodig van ruim drie keer Nederland”, stellen Olguita Oudendijk, voorzitter van de Stichting Ecomodernismse, en wetenschapsjournalist Joost van Kasteren in de Volkskrant. Is Nederland inderdaad te klein voor voldoende capaciteit uit zon en wind?

Laten we om te beginnen niet vergeten dat de ontwikkeling van zonnepanelen en windmolens in een haast niet bij te houden tempo gaat. Beide produceren vandaag de dag vele malen meer energie dan ze tien jaar geleden deden, en die stijgende lijn zet zich voort.

Nederland mag dan een klein land zijn, we beschikken wel over veel zee-oppervlak. De plannen van de Rijksoverheid - verantwoordelijk voor de grotere windprojecten - mogen nog niet helemaal uitgekristalliseerd zijn, zeker is dat het kabinet het aantal windparken op zee wil vergroten. En flink ook: om de doelstellingen te halen is naar schatting 20% van de Noordzee straks in gebruik voor duurzame opwek. De energie die de windmolens van alle geplande parken bij elkaar draaien, zou goed zijn voor 40% van alle energie die op dit moment in Nederland verbruikt wordt. Ook procedures voor de aanleg van windparken worden versneld. Want het is niet of-of, maar en-en: we hebben beide nodig. Niet alleen om de uitstoot van broeikassen te verminderen en de klimaatcrisis tegen te gaan, maar ook omdat we weten dat de fossiele brandstoffen waarvan we nu nog veelvuldig gebruik maken beginnen op te raken.

Ook op het gebied van zonne-energie valt nog een hoop winst te behalen. Op daken in dorpen en steden kan een kwart tot de helft van alle elektriciteit opgewekt worden die in Nederland nodig is, schatten onderzoekers. Op scholen, ziekenhuizen en kantoren, maar vooral op woningen. De helft van álle stroom, zonder dat er plek voor vrijgemaakt moet worden. Leuk rekensommetje om mee af te sluiten: voor het geld dat de bouw van een nieuwe kerncentrale kost, zo’n 6 miljard euro, kunnen we op ieder dak in Nederland een zonnepaneel leggen.

De energietransitie beslaat meer dan de manier van opwek

Het moge duidelijk zijn: wij zijn geen voorstanders van kernenergie. Maar zoals gezegd, er zullen altijd twee kampen zijn. Het enige waarover we het waarschijnlijk eens kunnen zijn in het energiedebat, is dat nooit iedereen het eens zal worden. We moeten over op duurzame energiebronnen, maar niets is zonder vraagtekens, haken en ogen. Wat we in de discussie echter niet moeten vergeten, is dat de energietransitie niet alleen draait om een verschuiving van manieren van opwek - we zullen ook anders met energie moeten (leren) omgaan. Als ons energieverbruik in hetzelfde tempo blijft toenemen, gaan we het niet redden. We moeten bewuster en minder energie gaan verbruiken, op zoek gaan naar alternatieven en ons gedrag aanpassen. We moeten toewerken naar eigen opwek en onafhankelijkheid van grote energiemaatschappijen, iets wat ook zou worden tegengewerkt worden door de komst van kerncentrales. Als we dat weten te doen, dan gaat de energietransitie lukken. Zónder kernenergie. Daar zijn we zeker van.

Geschreven door Claire van de Graaff

Claire is voormalig copywriter en eindredacteur bij Vandebron en houdt naast van schrijven enorm van koken. En eten.

Deel dit artikel
Tags
ImpactKennisbank