De geschiedenis van windenergie

25 oktober 2018

Hoe is het gebruik van windenergie ontstaan?

Wanneer werd de windmolen uitgevonden en hoe ontwikkelde het gebruik van windenergie zich? Wij spraken erover met Reinout Getreuer, expert op het gebied van windenergie.

We kennen het woord windenergie tegenwoordig als elektriciteit die door een windturbine opgewekt wordt. Maar ooit moet de eerste windmolen uitgevonden zijn. Reinout Getreuer weet hier meer over. Hij studeerde Geschiedenis in Leiden en Elektrotechniek aan de TU Delft, waar hij zich specialiseerde in de technische en sociaaleconomische ontwikkeling van windenergie en energietransities. Nu werkt hij voor de DOB-Academy in Delft, waar hij zijn kennis inzet om bedrijven te leren over windenergie (op zee). Maar waar werd windenergie, los van voor zeilschepen, als eerste gebruikt? En hoe kwam het naar Nederland?

Savonius windmolens

Perzische windmolens

‘Als het hierover gaat dan ratel ik aan een stuk door hoor’, vertelt Reinout. “Hierover” betekent in dit geval over windenergie. En Reinout weet veel. Zo legt hij uit dat het gebruik van windenergie veel verder teruggaat dan wij denken: ‘Er zijn veel aanwijzingen dat de mensheid al sinds de oudheid windenergie gebruikt. Van de Perzen kunnen we dat alleen pas met zekerheid zeggen. Zij gebruiken windenergie op grotere schaal sinds ongeveer het jaar 650. In de woestijn bouwden ze verticale zogenaamde Savonius windmolens, waarmee ze windenergie opwekten.’ En die molens bestaan nog steeds. ‘In delen van Iran en Afghanistan worden deze molens nog steeds gebruikt’ zegt Reinout.

Het belang van windmolens in de zeventiende eeuw

In de loop van de eeuwen verspreidde het gebruik van windenergie naar West-Europa. ‘Nergens kwam het tot grotere bloei dan in Nederland in de zeventiende eeuw’, vertelt Reinout. Het zorgde er hier eigenlijk voor dat er een proto-industrialisatie plaatsvond. Ver voor de Britse industriële revolutie, maakten we gebruik van windenergie en -technologie om schepen te bouwen en land in te polderen. Er werd een gigantische hoeveelheid aan windmolens uit de grond gestampt.

En die molens werden niet voor niets gebouwd. Vooral de handel, die in die tijd een enorme toevlucht nam, profiteerde grootschalig van de mogelijkheden. Met de molens werd wind omgezet naar mechanische energie: ‘We maakten gebruik van mechanisatie voor het persen van olie, het zagen van hout tot planken en het malen van kleurstof. Het gebruik van windenergie verspreide snel en rond 1600 werd het ook toegepast voor de productie van hennep (voor touw), mosterd, chocola, tabak, specie, wol, leer en een hele reeks andere producten. Je moet je voorstellen dat het gebruik van windmolens een gigantisch effect had op Nederland,’ licht Reinout toe. ‘De beroepsbevolking bestond uit ongeveer 1,2 miljoen mensen die zeker tien uur per dag werkten. Als je berekent hoeveel mensen je nodig hebt om een gelijk vermogen te produceren als de 3000 Nederlandse windturbines waarvan we zeker weten dat ze hebben bestaan, dan kom je uit op 375.000 volwassen mannen.’

‘Windenergie is zo oud als stroom zelf’

De ontwikkeling van windenergie voor het opwekken van stroom gebeurde ook al eerder dan de jaren tachtig van de vorige eeuw, zoals veel mensen denken. ‘Eigenlijk is windenergie voor het opwekken van stroom zo oud als het gebruik van stroom zelf,’ legt Reinout uit. ‘We zien dat de eerste windturbines minder dan een decennium na de uitvinding van de gloeilamp zelf ontwikkeld werden. In de tijd van EdisonWestinghouse en Tesla, het einde van de negentiende eeuw, werd er in Europa, maar ook in de Verenigde Staten geëxperimenteerd met elektriciteit opwekkende windturbines. Al in 1895 slaagde de Deen Poul la Cour erin een dorp met een windturbine van stroom te voorzien’, vertelt hij verder. 

Een windturbine in de 19e eeuw

Fossiele versus duurzame energie

Maar sinds begin twintigste eeuw verandert de energiemarkt en ligt de nadruk steeds meer op grootschalige en goed stuurbare energiecentrales. ‘Er worden liever grote centrales gebouwd die op onder meer waterkracht, maar vooral op fossiele brandstoffen draaien’, vertelt Reinout. ‘Windturbines zijn te kleinschalig en komen in de ijskast te staan. Tot aan de oliecrisis van de jaren zeventig. Die zorgt ervoor dat aan de ene kant de olieprijs stijgt en aan de andere kant de publieke opinie zich voorzichtig tegen fossiele brandstoffen keert en de vraag rijst: “is er misschien een alternatief?”’

In de Verenigde Staten zet president Jimmy Carter een transitie in richting duurzame energie. Maar die duurde niet lang: in 1981 treedt Ronald Reagan aan, die inzet op massale productie van fossiele energie. Zo is het proces daar weer terug bij af.

Duurzame transitie in Europa

In Europa wordt het proces wél doorgezet, blijven subsidiesystemen bestaan en gaan kleine bedrijven door met het ontwerpen en bouwen van windturbines. ‘Het begon bij kleine turbines van 10 kilowatt en tien meter hoog. Nu worden er windturbines op zee gebouwd die 800 keer zoveel kunnen opwekken!’ Dat is per windturbine genoeg om een stad met tienduizend huishoudens van energie te voorzien.

Maar het is nog niet voldoende volgens Reinout. ‘We hebben nu veel meer energie nodig. Onder andere door alle technologische vooruitgangen. Ik heb afgelopen zomer de Tour de France op televisie gekeken en bedenk me steeds: mijn LCD-tv gebruikt meer vermogen dan één van de tourrenners waar ik naar kijk produceert! De energieverhouding is echt totaal in disbalans.’

Jacqueline de Vent Escalante

Geschreven door Jacqueline de Vent Escalante

Jacqueline de Vent Escalante, voormalig copywriter bij Vandebron

De 10 meestgestelde vragen over elektrisch rijden
Alles wat je in 2025 moet weten over salderen